Toen ik in maart van dit jaar behoorlijk vastberaden de afspraak maakte om mijn huidige overtuigingen, hoe sterk dan ook, opnieuw tegen het licht te houden, opnieuw te onderzoeken, snapte ik me natuurlijk ook wel dat er mogelijk een paar uitdagingen op me lagen te wachten. Ik snap natuurlijk heel goed dat het inleveren van oude overtuigingen niet geheel zonder pijn zou zijn. Pijn is eigenlijk niet het goede woord, negatieve verbazing is hier wellicht meer op zijn plaats. Ik snap dus heel goed dat niet iedere ontdekking in de regel altijd direct aanvullend en mooi is. Dat snap ik best.
Ik heb sinds maart al behoorlijk wat oude overtuigingen ingeleverd en inderdaad best een paar keer flink moeten slikken. Maar ik ben er niet slechter van geworden. Natuurlijk deed het inleveren van mijn scooter en barbecue eerst een beetje pijn, maar door de reacties van Vishal en Hanno veranderde die pijn al heel snel in een gevoel van trots en dus rust; ik was niets kwijtgeraakt, ik had er iets moois bij gekregen in de vorm van andere inzichten. In de vorm van een andere waarheid.
Gistermiddag om 12:00 uur stond er een meneer voor de deur die vertelde de opdracht te hebben gekregen mijn auto mee te nemen. Dat doet deze meneer natuurlijk niet zomaar; zijn voornemen was het resultaat van het antwoord op de vraag die ik een maand of twee geleden aan mezelf had gesteld: de vraag of ik echt een auto nodig had. Mijn allereerste reactie was dat ik niet echt een auto nodig had, maar nu nog even wel. Het kostte me niet veel tijd om me te realiseren dat die reactie onzinnig was. Door niet na te denken, was de reactie automatisch een product van oude overtuigingen. Ook voor mij is de vraag of ik wel of niet zonder een auto kan niet eens zo relevant. De vraag of ik het überhaupt wel echt wil weten, is natuurlijk veel interessanter.
Ik wilde dat weten en maakte dus de afspraak minimaal een jaar zonder auto te doen. Natuurlijk heb ik geen auto nodig; een auto hebben kan natuurlijk soms wel erg handig zijn. Maar echt nodig hebben, nee natuurlijk niet. Ook zonder auto kan ik overal in Nederland aankomen op het moment dat ik daar aankomen wil. Kwestie van plannen en voor-denken. Niet automatisch mijn grootste kracht, wel een van mijn uitdagingen.
Ik heb dus afgesproken minimaal een jaar zonder auto te doen. Net zo goed als dat ik begrijp dat het verliezen van een dierbaar persoon heel pijnlijk is, begrijp ik ook dat je pas echt weet wat dat betekent als het gebeurt. Weten is namelijk niet voelen en niet voelen is eigenlijk niet echt weten.
Gisteren rond de klok van 12:00 uur stond er dus een meneer voor de deur die vertelde de opdracht te hebben gekregen mijn auto mee te nemen. En dat deed hij. Ik wilde er nog een foto van maken, mijn auto op de oplader leek een mooi plaatje voor bij deze overdenkingen, en had het onderschrift al in mijn hoofd: ‘En daar gaat de auto!’ Ik kon het echter niet opbrengen; op de een of andere manier deed het me meer dan ik dacht. Niet meer in de zin van wat ik dacht maar dan extremer, maar wel in de zin van anders. Ik realiseerde me eigenlijk pas wat dat andere was, toen ik (nadat deze meneer weer vertrokken was) op de radio een filemelding hoorde. Natuurlijk betekent het niet meer hebben van een auto niet dat ik nooit meer in een auto zal zitten, dus ook niet dat ik nooit meer in de file zal staan. Toch voelde het alsof het over iets ging dat ik nooit meer zou meemaken. Datzelfde gevoel had ik toen ik me realiseerde dat ik mijn auto niet meer hoefde op te laden, of naar de sleutel hoefde te zoeken.
Ik geloof dat ik de afgelopen 30 jaar geen dag zonder een auto heb moeten doen. Er was natuurlijk niet altijd een auto direct beschikbaar, maar ik had er wel altijd een. Er was dus altijd een auto; een auto hebben was de normaalste zaak van de wereld.
Gisteren rond de klok van 13:00 uur pakte ik mijn fiets en ben ik gaan fietsen. Mijn auto was weg, minimaal voor een jaar, misschien wel voor altijd.
Ik geloof dat ik een uur of drie stevig heb gefietst, in de regen en in de wind, met alles erop en eraan. Ik vond het geweldig!
Ik wil niet zeggen dat ik onbeperkt lyrisch was, maar zat er wel dicht tegenaan. Of het nou komt doordat er nu geen weg meer terug was en ik me dus volledig op het anders verplaatsen kon richten, of dat het was dat ik delen van Eindhoven zag die ik nooit eerder had gezien, weet ik niet. Misschien is het wel het gevolg van veel bewegen; ik heb me de afgelopen dagen tenslotte het leplazarus gefietst. Het maakt me eigenlijk niet uit waardoor het komt, het is zo. Maandag ga ik voor de allereerste keer met mijn fiets naar een afspraak. Ik vind dat super spannend en kijk er echt naar uit. Het voelt als een eerste schooldag na een hele lange vakantie. Een soort van kriebel gevoel.
Tot nu toe is het inleveren van mijn auto mijn grootste stap. Een auto is voor mij altijd meer geweest dan alleen maar een middel om me te kunnen verplaatsen. Een auto was ook vrijheid, waardering, status en succes, en is dus 30 jaar lang dag in dag uit aanwezig geweest. Het loslaten van het hebben van een auto was tot gisteren 12.00 uur nog niet eerder nodig geweest.
Na 13.00 uur kon ik niet meer terug en was loslaten mijn nog enige optie. Het is nu slechts een dag later, maar ik ben nu al trots en blij verrast en vind het ook eigenlijk wel stoer dat ik dit heb doorgezet. Het ziet er namelijk naar uit dat deze beslissing wel eens een van de betere kan zijn die ik de afgelopen jaren heb gemaakt. Qua gezondheid, qua zelfwaardering, qua rust, qua creativiteit en qua levenslol zal ik er alleen maar beter van worden. Dit maakt het ook makkelijker, meer vanzelfsprekend, om ook mijn andere moeilijke keuzes te kunnen maken.
Er zijn nog wel een paar dingen waar ik angstvallig aan vast bleef houden en die me wellicht meer beperken dan vooruitbrengen. Ik zal het de komende dagen ongetwijfeld gaan ervaren; ik sta ook daar nu volledig voor open.
Gisteren om 12.20 uur stond mijn auto op de oplader en nam ik afscheid van de meneer die 20 minuten eerder een einde maakte aan mijn autobezit. ‘Iedere dag wel even naar hem glimlachen, een klein knikje is ook goed. Niet vergeten, dat vindt ie fijn…’ En daar ging de auto. Vanaf maandag ga ik met de fiets naar mijn afspraken. Via stations, roltrappen, in- en uitvouwen, busritten, vertragingen, staan in plaats van zitten, praten en luisteren, ont-moeten en willen, maar vooral via nieuwe inzichten, ga ik vol vertrouwen de volgende fase in.
test