Hij is er klaar voor. Michael staart in de spiegel van de badkamer. Dit huis heeft hem weinig goeds gebracht; in de tien jaar dat hij hier heeft gewoond, lijkt hij twintig jaar ouder te zijn geworden. Zijn haar is grijzer dan zijn leeftijd doet vermoeden en de donkere schaduw onder zijn doffe ogen maakt hem ook niet jonger. Hoe anders was het tien jaar geleden toen hij zichzelf voor de eerste keer in deze spiegel zag. Hij was vijfendertig jaar en vol energie. Hij was ervan overtuigd dat dit huis zijn thuis zou worden en dat dit het begin zou zijn van een inspirerende tijd.
Nog even en het huis is niet meer van hem. Michael heeft zich zorgvuldig voorbereid op dit moment. Nog een rondje door het huis en de deur kan voorgoed op slot. Hij heeft zich voorgenomen met opgeheven hoofd te vertrekken en nooit meer terug te komen.
Op de benedenverdieping had hij de beelden, geuren en geluiden uit het verleden nog geaccepteerd; het knapperende vuur in de open haard, de dromen die stuk voor stuk sneuvelden en de lege kamers die zijn eenzaamheid alsmaar groter maakten.
Vanuit dit huis had Michael zijn jarenlange gevecht met de wereld om zich heen gecoördineerd. Tot het moment dat hij zich realiseerde dat hij tegen de verkeerde vijand had gevochten, droeg hij zijn verliezen en koesterde hij zijn overwinningen. Overwinningen bleken illusies en gesneuvelde vijanden bleken vriendelijke allianties. Afscheid nemen van dit huis was een van de voorwaarden die werd opgenomen in het vredesverdrag dat hij een paar maanden geleden met zichzelf had gesloten.
Michael sluit zijn ogen in een poging de beelden te verdringen en de herinneringen te vergeten. Hij recht zijn rug, zuigt zijn longen vol lucht en werpt nog een allerlaatste blik in de spiegel. Zijn hart slaat op hol en zijn mond wordt gortdroog als hij ziet dat de deur achter hem opengaat en hij voor de eerste keer deze badkamer instapt…
Opdracht: Personage in actie