‘Dus jij hebt het afgelopen jaar meerdere keren contact gehad met een ander universum, waardoor je nu weet dat je binnenkort zult trouwen met een 15 jaar jongere schoonheid die tot aan de dood aan jouw zijde blijft staan.’ Daan zat op het puntje van zijn stoel en observeerde Mark zorgvuldig toen hij deze woorden uitsprak. Mark was geen patiënt, Mark was een vriend van vroeger.
Ze waren samen opgegroeid en bleven tot hun studietijd onafscheidelijk. Daan wilde verder in de psychologie en ging in Tilburg op kamers wonen. Mark koos voor neurologie en vertrok naar Groningen. In het begin spraken ze nog wel eens af in Tilburg of Groningen, maar na een jaar of twee bestond het contact hoofdzakelijk uit sms’jes op verjaardagen en met oud en nieuw. Tot vandaag. Mark moest in Eindhoven zijn en was eerder klaar dan verwacht. Hij besloot naar Tilburg te rijden en zijn oude vriend op te zoeken.
Daan keek naar zijn vriend en dacht na over wat hij hem net had horen vertellen. Beroepsmatig wekte het zijn interesse wel, maar als vriend maakte hij zich serieus zorgen over Mark’s welzijn.
Hij had Mark erg hoog zitten. Mark was een publieke autoriteit op zijn vakgebied en had vele grensverleggende publicaties en studies op zijn naam staan. Bewonderd en bejubeld door de een, uitgejouwd en bestempeld als charlatan door de ander.
‘Klopt. Dat is de korte versie.’
‘Je hebt al mijn aandacht en ik heb een lege agenda. Spaar me niet.’
Mark glimlachte en wees naar een pen die op tafel lag.
‘Als iemand ons vraagt wat dat is, dan zeggen we ongetwijfeld dat dat een pen is. Toch?’
Hij keek Daan aan alsof hij ook echt een antwoord verwachte, maar die hield het bij een voorzichtig knikje.
‘We zullen ongetwijfeld antwoorden dat we daar een pen zien liggen. Niet omdat we hetzelfde zien maar omdat we ooit hebben afgesproken dat we zo’n ding een pen zouden noemen. Dat leeft namelijk een stuk makkelijker. Mensen zijn autisten, de een wat meer en de ander wat minder, maar veranderen zit nou eenmaal niet in het menselijk DNA. Met herkenning als brandstof leven wij van definitie tot definitie en van afspraak tot afspraak, zonder er over na te denken wat we allemaal laten liggen. Door vast te houden aan meningen en overtuigingen, is onze nieuwsgierigheid afgehaakt. We zijn vergeten dat de verrassingen die we nodig hebben om passievol te kunnen leven nooit zullen worden gevonden in de beelden die we al kennen of dingen die we al hebben gedaan.
Ik was er altijd al van overtuigd dat er ‘meer’ moest zijn dan we nu weten. En ook dat wij neurologisch heel goed in staat zijn, om dat ‘meer’ daadwerkelijk te kunnen zien. Zoals beelden uit een parallel universum of uit een andere tijdsdimensie. Nostradamus publiceerde in 1555 zijn Les Prophéties, en bewees met zijn publicatie dat het voor een mens wel degelijk mogelijk is om veel verder te kijken dan onze neus lang is. Sinds vorig jaar weet ik uit ervaring in welke staat Nostradamus zichzelf moest brengen om informatie uit een parallelle universum te kunnen ontvangen.
Ik heb mezelf meerdere keren in een andere wereld gezien en ondanks dat het flarden waren werd de rode draad me wel duidelijk. De keuzes die we maken, bepalen onze toekomst. Wat onze eigen keuzes hebben gedaan, weten we inmiddels wel. Maar wat zou er van ons geworden zijn als we andere keuzes hadden gemaakt? Ik weet zeker dat er een multiversum bestaat waar we al onze mogelijke keuzes zijn uitgewerkt en gearchiveerd. En geloof me, zodra we die database gericht kunnen ontsluiten – en dus van tevoren kunnen overzien wat we met onze keuzes allemaal overhoophalen – dan gaan we echt hele andere maken…
Opdracht: Structuur en plot