Ooit heb je jouw geboortejaar gekoppeld aan Het Fregatschip Johanna Maria. Waarschijnlijk omdat ik steeds vergat wanneer dat boek geschreven werd. 90 dus. Vandaag zou je 90 jaar geworden zijn. Maar je bent geen 90 geworden vandaag, je bent nog steeds 62. Nog even en dan zijn we een jaar lang even oud. En daarna ben ik de oudste van ons twee.
Ik denk vaak aan jou. Ik vraag me ook wel eens af of ik andere keuzes zou hebben gemaakt als ik had geweten dat je al zo snel dood zou gaan. Waarschijnlijk niet. Wist ik veel. Voor mij was jij vroeger gewoon jij. Een luitenant-kolonel met een snor. Niet echt het zonnetje in huis. Je hebt me vaak op m’n flikker gegeven. Jij vond jeugdige-nieuwsgierigheid kinderlijk-gedoe en grensverleggende-creativiteit onverantwoordelijk-gedrag. Ik heb je er vaak om vervloekt.
Maar ik wist heel goed wie je was. Althans, dat dacht ik toen. Ik dacht toen sowieso dat ik alles al wist. Wist ik veel. Waarom heb je me eigenlijk nooit verteld dat ik er zo verschrikkelijk naast zat? Waarom heb je me niet laten zien wie je werkelijk was? Wilde je dat ik er zelf achter zou komen? Of gaf ik je te weinig ruimte? Zag ik het niet? Dacht je dat de tijd het me wel zou leren? Tijd die er niet meer zou zijn?
Ik mis je, papa. Ik zou willen dat ik terug kon gaan naar vroeger met wat ik nu weet. Maar dat kan ik nog niet, geen idee hoe ik dat moet doen. Dat moet ik nog leren.
Ik heb je tekort gedaan. Dat heeft de tijd me inderdaad inmiddels laten zien. En als de tijd nog meer tijd heeft, laat hij me vast nog meer zien.
Ik zal mijn ogen open houden, papa!